We spreken van een stikstofcrisis. Ook in de regio Waterland slaat er veel te veel stikstof neer, met achteruitgang van de natuur en de soortenrijkdom tot gevolg. In dit artikel lichten we de situatie toe.

Het gaat niet goed met de natuur in Nederland. De soortenrijkdom aan planten en dieren (biodiversiteit) gaat achteruit. Het aantal wilde dieren in open gebieden is sinds 1990 met 50% afgenomen. De achteruitgang betreft vooral vogels, reptielen, vlinders en andere insecten. In agrarische gebieden laten boerenlandvogels zoals de veldleeuwerik, patrijs, kemphaan en grutto de sterkste daling zien. Maar liefst 75% van de insecten zijn daar verdwenen.

Volgens het Living Planet Report Nederland van het Wereldnatuurfonds uit 2020 zijn verdroging en de neerslag van stikstof belangrijke oorzaken daarvan.

Te veel stikstof is niet goed

Er is niks mis met stikstof op zich, maar te veel stikstof is niet goed, zeker niet als zij voorkomt in de vorm van verbindingen als ammoniak en stikstofoxiden. Dan is zij schadelijk. Planten hebben stikstof nodig om te groeien, maar als er te veel stikstof is, gaan stikstofminnende planten (zoals grassen, mossen en bramen) harder groeien en verdringen zij andere planten.

De Kritische Depositie Waarde (KDW) geeft aan hoeveel stikstof er maximaal per jaar op een hectare mag neerkomen zodat het betreffende habitattype geen significante schade ondervindt. De KDW wordt uitgedrukt in mol. In 1990 was de gemiddelde stikstofdepositie in Nederland 2700 mol/ha. De depositie is daarna geleidelijk gedaald tot rond de 1500 mol/ha in 2010. Sindsdien is de stikstofdepositie min of meer constant gebleven.

De rietorchis is een parel van de veenmosrietlanden

Te veel stikstof in Waterlandse natuurgebieden

Ook in de natuurgebieden met de hoogste beschermingsstatus, de Natura 2000-gebieden, slaat er jaarlijks veel te veel stikstof neer. In 2019 sloeg in 70% van de Natura2000-gebieden in Nederland meer stikstof neer dan volgens de KDW mocht.

Dat blijkt onder meer uit de evaluatierapporten die vorig jaar gemaakt zijn over de twee N2000-gebieden met stikstofgevoelige natuur in de regio Waterland: N2000-gebied Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske (IVOT)  en N2000-gebied Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder (WJK).

In de stikstofgevoelige delen van het IVOT wordt de Kritische Depositie Waarde (KDW) met gemiddeld 65% overschreden. In het IVOT is de KDW 714 mol p/jaar p/hectare, maar de werkelijkheid 1.176 mol.  Vergelijkbare cijfers zijn te vinden in het evaluatierapport voor het Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder.

Het is aannemelijk dat de stikstofneerslag op de natuur buiten de Natura2000-gebieden ook te hoog is.

Gevolgen voor veennatuur

Op de website van Landschap Noord-Holland wordt beschreven wat de gevolgen zijn van te veel stikstofdepositie voor natuurgebied Ilperveld in Landsmeer. Als er overmatig veel stikstof in het gebied neerslaat, aldus LNH, komen kwetsbare planten en dieren in dat veenweidegebied in het gedrang, zoals typische veenmosvegetatie met ronde zonnedauw, orchideeën, varens, maar ook weidevogels en vlinders.

Vanwege deze problematiek voert LNH in het Ilperveld een natuurherstelprogramma uit. Dat bestaat uit afplaggen, petgaten uitgraven en oeverherstelwerkzaamheden.

Voor Varkensland constateert beheerder Staatsbosbeheer ook ‘een achteruitgang van de soortenrijkdom aan planten, een ongewenste toename van algemene en snelgroeiende planten, achteruitgang van weidevogels en oxidatie van veen’ door verdroging en stikstof- en fosfaatbelasting. Ook Staatsbosbeheer is daarom bezig met werkzaamheden  voor natuurherstel op Varkensland.

Het is natuurlijk heel goed wat LNH en SBB doen, maar wel dweilen met de kraan open als er geen einde komt aan de te grote neerslag van stikstof in het gebied.

Landbouw grote stikstofuitstoter

De provincie Noord-Holland heeft inzicht in waar de stikstof die neerslaat in de provinciale Natura 2000-gebieden vandaan komt. Voor het N2000-gebied ‘Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske’ zijn de belangrijkste stikstofbronnen (in de vorm van ammoniak en stikstofoxiden) de landbouw (34%), het buitenland (29%), wegverkeer (10%), scheepvaart (5%), industrie (4%), ammoniak van zee (4%), vervoer en overig verkeer en overige sectoren (12%).

Voor het ‘Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder’ zijn die getallen: buitenland (30%), landbouw (29%), wegverkeer (7%) en overige sectoren (17%).

De provincie wijst erop, dat deze cijfers die zijn berekend met het landelijke rekenprogramma Aerius, ‘een indicatie’ zijn. Duidelijk is echter wel dat in de Waterlandse Natura2000-gebieden de landbouw, samen met het buitenland, tot de grootste stikstofuitstoters behoort. De vaak gehoorde bewering dat de melkveehouderij in de regio Waterland relatief duurzaam is vergeleken met die in andere gebieden in Nederland, moge misschien waar zijn, maar als het gaat om stikstofuitstoot is die volgens de cijfers beslist niet duurzaam genoeg.

Injectie van drijfmest en ammoniak leidt tot ernstige schade van het bodemleven

Stikstof probleem in Waterland

Uit de cijfers blijkt dat er in de stikstofgevoelige delen van de Natura 2000-gebieden in de regio Waterland veel te veel stikstof neerslaat. Deze stikstof is in zeer belangrijk mate afkomstig uit de landbouw, d.w.z. de melkveehouderij. Dat leidt tot grote schade voor de natuur. Stikstofminnende planten verdringen andere planten die minder stikstof nodig hebben, en dat leidt tot achteruitgang van de diversiteit aan planten en dieren. Dat leidt tot grote schade voor de natuur.

Afgelopen jaren zijn in gebieden waar te veel stikstof in de bodem zit natuurherstelmaatregelen genomen. Die maatregelen hebben de natuur lokaal verbeterd, maar lang niet genoeg. ‘Omdat de stikstofdepositie ook aan het einde van de eerste beheerplanperiode’, lezen we in het evaluatierapport over de periode 2016-2022 voor het Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske, ‘nog ruim boven de KDW ligt en de concentratie ammoniak waarschijnlijk is toegenomen, zijn bronmaatregelen noodzakelijk om stikstofdepositie te verminderen.’ Dat betekent dat de uitstoot van stikstof in de regio drastisch moet verminderen om de natuur écht te kunnen herstellen. Dat zal veel vragen van de Waterlandse melkveehouderij.

Provinciale gebiedsplannen

De rijksoverheid heeft de stikstofreductiedoelen vastgelegd in de wet. Provincies moeten gebiedsplannen maken, waarin komt te staan hoe dat uitgevoerd gaat worden. Ook de provincie Noord-Holland moet dus aan de bak. Maar eerst zal er, na de publicatie van het rapport van ‘gespreksleider’ Johan Remkes op 5 oktober, op rijksniveau nog discussie en besluitvorming plaatsvinden voordat we precies weten waaraan die gebiedsplannen moeten voldoen.