15 november 2024 - Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben voorgesteld de bouw van 25 woningen in het Beschermd Provinciaal Landschap toe te staan. Dat zou nodig zijn voor de leefbaarheid van dorpen. Maar is dat wel zo? Daar ging het over tijdens de (geslaagde en drukbezochte) Masterclass leefbaarheid dorpen op 12 november jl. in het Weeshuis te Monnickendam. Volgens stedenbouwkundige en postdoctoraal onderzoekster Suzan Christiaanse, die een boeiende presentatie gaf tijdens de Masterclass, is er geen vaste correlatie tussen leefbaarheid en woningbouw.
Aannames
Veel mensen denken dat bijbouwen van woningen in dorpen bijdraagt aan de leefbaarheid en vitaliteit daarvan. Deze begrippen spelen een belangrijke rol in het voorstel van Gedeputeerde Staten om de woningbouw bij dorpen te verruimen, zelfs als de kernwaarden van onze bijzondere landschappen daardoor worden aangetast. Wij schreven daar al eerder over. In de Masterclass is dat verband onder de loep genomen. Welke factoren zijn van invloed op de leefbaarheid van dorpen? Kan je objectief vaststellen hoe het met de leefbaarheid of vitaliteit is gesteld? Geldt dat voor alle of de meeste Noord-Hollandse dorpen? Stichting Behoud Waterland heeft samen met elf andere Waterlandse organisaties de Masterclass georganiseerd in het Weeshuis te Monnickendam om daarover een open gesprek te voeren en politici en bestuurders van informatie te voorzien. De belangstelling voor de Masterclass was groot.
Voorstel los van woningnood
De avondvoorzitter Robert Zaal benadrukte dat het voorstel los staat van de woningnood. Daarvoor bestaan immers al meer dan voldoende bouwplannen; we moeten ons daarop richten. Extra bouwen bij dorpen is dus niet nodig. De avond ging evenmin over de gevolgen van bouwen in het groen in brede zin.
Presentatie Christiaanse
De Masterclass werd gegeven door stedenbouwkundige en postdoctoraal onderzoekster Suzan Christiaanse. Zij heeft verschillende onderzoeken uitgevoerd in dorpen in Friesland en Groningen. Cijfers tonen aan dat mensen daar, ondanks het verlies van voorzieningen, tevreden zijn over hun leefbaarheid. Uiteraard is verlies een pijnlijk proces. Dit speelt vooral bij een voorziening die ook een ontmoetingsplek is en/of een symbolische of emotionele waarde heeft. Christiaanse vertelt dat uit onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van voorzieningen in de regel maar voor 4% meeweegt bij de beoordeling van leefbaarheid. Belangrijker zijn factoren als een eigen huis, buurt, (landelijke) omgeving, (openbaar) vervoer, bereikbaarheid van werk en veiligheid.
Subjectief
Het is volgens haar heel lastig om leefbaarheid objectief vast te stellen. De weging van factoren die dat beïnvloeden is voor iedereen anders en het kan ook per dorp verschillen. Christiaanse stelt daarom dat leefbaarheid subjectief is. Het hangt af van ieders wensen en behoeften. Vitaliteit is moeilijk in een definitie te vangen; dat begrip is breed en wordt door velen verschillend geïnterpreteerd. Veel van oudsher autonome dorpen, waar men kon wonen, werken en winkelen, zijn woondorpen geworden. Dit is een onomkeerbare ontwikkeling.
Geen verband tussen voorzieningen en aantal inwoners
Suzan’s onderzoek toont in ieder geval aan dat er geen vaste correlatie bestaat tussen het aantal inwoners en voorzieningen. Er is sprake van schaalvergroting. De afname van voorzieningen heeft vrijwel niets te maken met toe of afname van het aantal inwoners. Zij is niet de enige die dat heeft onderzocht en tot die conclusie is gekomen.
Reacties in de zaal
In de zaal waren (duo)statenleden aanwezig, wethouders, raadsleden, vertegenwoordigers van Dorpswerk N-H, Dorpsraden, Natuur en Milieufederatie N-H, Natuurmonumenten, Landschap N-H en natuurlijk bewoners.
Het onderzoek overtuigde velen, maar niet iedereen. Door bijbouwen kan toch misschien een schooltje openblijven, werd tijdens de Masterclass gevraagd? Christiaanse acht het onwaarschijnlijk dat bijbouwen ten goede komt aan het op peil houden van voorzieningen. Het heeft hooguit een tijdelijk effect. Dat laat haar onderzoek zien. Maar mensen blijven dat herhalen en daarom hardnekkig geloven. Volgens Christiaanse moeten we stoppen met praten over een neerwaartse spiraal in dorpen. Accepteer het verlies en bedenk samen een alternatief, bijvoorbeeld een andere ontmoetingsplek. Verder is relevant dat de leefbaarheid in dorpen juist in het algemeen als heel hoog wordt ervaren!
Anderen merkten op dat er vooral dure huizen zullen worden gebouwd. Grondspeculatie wordt daarmee in de hand gewerkt. Martijn de Jong van Landschap N-H benadrukte dat in het voorstel niet wordt geëist dat betaalbare woningen bij een dorp worden gebouwd; ze kunnen elders in de gemeente of regio komen. Dorpen kunnen dus niet op betaalbare woningen rekenen. Daartegen werd ingebracht dat een alerte en actieve gemeente invloed kan hebben op de aard van de te bouwen woningen.
Groen dat weg is komt natuurlijk niet terug. Door huizenbouw kan de omgeving minder aantrekkelijk worden. Dat vond ook Sijas Akkerman van Natuur en Milieufederatie N-H. De provincie kan beter inzetten op het instandhouden of openen van een café of buurthuis. ‘Dat kan een dorp leefbaarder maken dan een aantal huizen erbij.’
Het was al met al een informatieve bijeenkomst. Aanwezigen bleven nog een tijdje met elkaar napraten. Via deze link kunt u meer lezen over het onderzoek van Christiaanse.
Vervolg
Het voorstel van Gedeputeerde Staten wordt op 25 november a.s. behandeld in de Statencommissie Ruimte. Meer dan 1.000 bezorgde organisaties en bewoners hebben bezwaar gemaakt. Eenieder kan op 25 november a.s. inspreken bij de Statencommissie Ruimte. Naar verwachting wordt op 16 december a.s. door Provinciale Staten een definitief besluit genomen over dit voorstel.
Drie natuurorganisaties roepen bewoners op in actie te komen tegen het voorstel van Gedeputeerde Staten zomaar woningen in het Bijzonder Provinciaal landschap toe te staan. U kunt daarover meer lezen via deze link.