SBW 50: verslag van een geslaagde viering

April 2024 – De Stichting Behoud Waterland heeft in het kader van haar 50-jarig jubileum een fantastische avond met bevlogen sprekers georganiseerd over het Waterlandse landschap in de kerk van Broek in Waterland op 12 maart jl. De belangstelling was enorm, er waren meer dan 200 mensen.

De avond werd voorgezeten door Robert Zaal. Nadat hij iedereen namens SBW van harte welkom had geheten, gaf Rineke Neppelenbroek, voorzitter van SBW, haar jubileumtoespraak. Gedeputeerde Kocken van de provincie Noord-Holland sprak lovende woorden, waarna het officiële programma kon beginnen. Van diverse kanten werden verleden en toekomst van het Waterlandse landschap belicht. Dit alles in de wetenschap dat Nederland onder aan de lijstjes qua natuurwaarden, biodiversiteit en waterkwaliteit bungelt. Dat geldt ook voor Waterland. De sprekers - Inga Tessel, Nils Spaans en Berno Strootman - hebben de veranderingen gezien, maar zien ook perspectieven. Het Waterlandse landschap is hen dierbaar.

Na deze inhoudelijke sprekers werd de korte film ‘Ode aan Waterland’ vertoond van Jan van IJken, ingeleid door Michèle Thole. U kunt de film via deze link zien.

Daarna kwam Tommy Wieringa aan het woord. Hij droeg twee prachtige columns van zijn hand voor, waarvan er één ging over zijn ontmoeting met een gepensioneerde Waterlandse boer, een ‘welwillend gesprek’ over landbouw en het belang van bodemschimmels en pieren. ‘Geen omgekeerde vlaggen in zicht, alleen het onmetelijke, blauwe vlaggendoek van de hemel en twee mensen daaronder die het ook niet weten allemaal.’

Tot slot reageerde Roel van Gerwen, landschapsarchitect en senior projectleider van Landschap Noord-Holland, op het gezegde. Zijn conclusie was dat de problemen worden onderkend en dat er verschillende hoopvolle projecten lopen om deze aan te pakken.

Helaas was er geen tijd meer voor het stellen van vragen want Robert Zaal had de kerk beloofd de avond precies om 22.00u af te sluiten. Dat lukte bijna!

Wij putten inspiratie uit de avond om ons werk voort te zetten. Gelet op de opkomst hebben veel mensen Waterland in hun hart gesloten en vinden ze het behoud daarvan de moeite waard.

Hieronder is meer te lezen over de verschillende bijdragen.

Jubileumtoespraak

De toespraak begon met een terugblik. De SBW werd in oktober 1973 als vereniging opgericht omdat er grote onrust was ontstaan onder de Waterlandse bevolking over het plan een snelweg aan te leggen dwars door Varkensland en het Ilperveld en om bijna de hele Purmer vol te bouwen met woningen. Daar kwamen iets later de protesten tegen het dumpen van giftig afval bij op de Volgermeerpolder. Het verzet en de protesten waren succesvol. Bekende bestuurders uit de beginperiode waren Willem van Rooijen, Leendert van Pelt en Rijk van den Hoek. Gelukkig is er nu een heel nieuw bestuur, die voortvarend het werk voortzet met de nodige successen. ‘De bedreigingen van ons Waterlandse landschap zijn groot’, aldus bestuursvoorzitter Rineke Neppelenbroek. ‘Niet alleen de veenbodem daalt. Ook de natuurwaarden, biodiversiteit en waterkwaliteit dalen. Onder verwijzing naar de wooncrises wordt flink aan de beschermde status gemorreld.’ Dat is onnodig omdat er meer dan voldoende woningbouwlocaties binnen de bebouwde kom zijn om in de totale woningbehoefte voor alle doelgroepen te kunnen voorzien. Er zijn niet meer gezinswoningen nodig. Onderzoek wijst uit dat woningbouw in het groen duurder is voor de maatschappij en niet sneller gaat. De volledige toespraak is hier te lezen.

Gedeputeerde Rosan Kocken

Gedeputeerde Kocken, die o.a. natuur en landschap in haar portefeuille heeft, lichtte de kenmerken en kwetsbaarheid van ons gebied toe en de rol van de provincie. Ze benadrukte dat er hoopvolle ontwikkelingen zijn. Rosan Kocken was lovend over het belang van actiegroepen zoals SBW, die met stevige argumenten voor het behoud van het Waterlandse natuurlandschap opkomt. Dat houdt iedereen scherp.

Inga Tessel

Inga is SBW’s vaste natuurgids en voormalig boswachter bij Staatsbosbeheer. Ze is geboren op een boerderij in de Broekermeer. In haar jeugd is vrijwel het hele Buikslotermeer volgebouwd. Ze heeft de liefde voor de natuur van haar vader meegekregen.

Inga heeft het landschap en de natuur letterlijk zien veranderen. Het water is in grote delen van de veenweiden in Waterland veel zoeter geworden. De gele lis is nu een heel gewone plant langs sloten. Die kwam vroeger niet voor vanwege het brakke water.

Ook door onze manier van landbouw is er veel veranderd. De veldleeuwerik is bijna geheel verdwenen. Veel weilanden zijn nu egaal groen vanwege het raaigras, waar boeren de voorkeur aan geven. Dit gras is eiwitrijker en daarom economisch gezien interessanter om aan melkkoeien te voeren. Voorheen stonden er veel meer bloemen en kruiden in de weilanden, die allerlei insecten aantrokken. Insecten zijn belangrijk voedsel voor weidevogels. Ook anderszins zijn de omstandigheden voor weidevogels verslechterd, waardoor hun aantallen nog altijd dalen. Het aantal ganzen stijgt daarentegen. Die houden van stikstof/eiwitrijke weilanden. ‘Waterland is dus veranderd van een ideaal gebied voor weidevogels in een ideaal gebied voor ganzen’, aldus Inga.

Maar de natuur is volgens Inga nog altijd veerkrachtig. Er zitten voldoende zaden in de grond. Als we de natuur meer de ruimte zouden geven in de landbouw, dan worden de weilanden vanzelf weer kruidenrijk en komt de kleur in de weilanden terug.

Het beeldmateriaal van Inga’s presentatie is hier te vinden.

Nils Spaans

Nils is biologisch melkveehouder in Broek in Waterland, alweer de zesde generatie. Hij is de eerste bio-boer ter wereld, die zijn koeien met robots ging melken. Hij is in 2006 verkozen tot eerste Europees Melkveehouder van het jaar. Nils melkt samen met zijn zoon Joep ongeveer 150 koeien, evenveel als in 1972. Maar toen leefden er vier gezinnen van de gronden die hij nu gebruikt. In de jaren vijftig leefden zelfs negen gezinnen daarvan. De bedrijfsvoering had in de jaren zeventig een meer negatieve impact op de omgeving alleen al door de hogere stikstofuitstoot. Vroeger werd namelijk veel mest in de winter uitgereden over het land vanwege gebrek aan opslagcapaciteit. Omdat het gras in de wintermaanden niet groeit, heeft het gras de voedingsstoffen uit de mest dan niet nodig en komen deze in de sloot en het grondwater terecht. In de zomer werd kunstmest gestrooid omdat er dan te weinig mest beschikbaar was. Dat is nu anders door de aanleg van voorzieningen voor (drijf)mestopslag.

Nils koos ervoor zich minder te richten op vergroting van de melkproductie, maar voor verbreding van zijn bedrijf. Een deel van zijn bedrijf was tot voor kort in gebruik als zorgboerderij en hij verdiende geld met agrarisch natuurbeheer en composteren van gras van dijken, die ecologisch worden beheerd. Bijna de helft van de veenweiden, die hij beheert, heeft een natuurbestemming.

Voor wat betreft de relatie tussen zijn bedrijf en het landschap en de natuur ziet Nils drie belangrijke punten, namelijk weidevogels, waterpeil en stikstof. Hij is pessimistisch over de terugkeer van de weidevogels op zijn weilanden rond Broek in Waterland. De biotopen op de gronden die hij beheert in Varkensland kloppen helemaal. Er zijn daar echter te veel en verschillende predatoren als kraaien, katten, hermelijnen e.d., waartegen niets mag worden gedaan. De helft van zijn gronden heeft al een hoog waterpeil. Hij is huiverig het waterpeil op de overige gronden ook te verhogen. Dat zou betekenen dat hij in een nat voorjaar geen mest kan uitrijden, terwijl het gras dan voedingsstoffen nodig heeft. Nils heeft sowieso geen mestprobleem. Hij verwacht dat het stikstofprobleem over een tijdje zal zijn opgelost in Nederland. Het mestoverschot zal worden verwerkt in verschillende mineralen, die de kunstmest kunnen vervangen. Er zal volgens hem een evenwichtsbemesting komen, een balans tussen mest en mineralen die op het land worden uitgereden en die volledig door planten worden opgenomen.

Nils heeft vertrouwen in de toekomst van zijn bedrijf. De ligging is gunstig ten opzichte van Amsterdam. Misschien zal zijn zoon later het zuivelen oppakken. Hij wil eerst doorgaan met verdere extensivering van zijn bedrijf. Dat betekent dat hij minder koeien zal gaan melken. Het melkgeld gaat omlaag maar deze transitie wordt door de overheid financieel ondersteund.

Berno Strootman

Berno is landschapsarchitect en voormalig Rijksadviseur voor de Fysieke leefomgeving. In Waterland is nu de melkveehouderij beeldbepalend is. Hij vraagt zich af of de melkveehouderij nog wel een duurzame drager is van Waterland. Deze heeft – op de manier waarop dit nu gebeurt - grote nadelen voor het landschap, onder andere doordat de bodem daalt als gevolg van de gewenste ontwatering. Met de huidige wijze van bedrijfsvoering zal de bodemdaling doorgaan.  Op den duur zal daardoor het noodzakelijke waterbeheer onmogelijk worden.

Er zijn echter steeds meer alternatieve producten voor melk, zuivel en vlees, dus de melkveehouderij is binnenkort niet meer nodig volgens hem. Als twintig miljoen Nederlanders uitsluitend plantaardig voedsel zouden eten, dan zouden we 43% van onze landbouwgrond overhouden in Nederland. Daar kunnen we wat anders mee doen. Zo noemt hij dat er plannen zijn ontwikkeld om bossen laten groeien langs de Waterlandse Dieën of natte teelten verbouwen, bijvoorbeeld lisdodde. Dat is wat hem betreft echter geen goed idee, want het zou een grote impact hebben en het unieke Waterlandse landschap fundamenteel veranderen, een landschap dat we niet willen prijsgeven.

Strootman pleit daarom voor een ‘New Deal’ tussen de boer en maatschappij, waarin wij zorgen voor een eerlijk inkomen voor de boer en deze in ruil daarvoor vragen te zorgen voor een gezond en aantrekkelijk landschap. De melkveehouderij kan de basis blijven, maar wel met hoge waterpeilen en een hoge mate van extensivering stelt hij. In het ideale plaatje worden de producten van de boeren in hun eigen regio verkocht. Voorwaarde volgens hem is een permanente steun van de overheid, waarmee de boer wordt betaald voor geleverde diensten voor herstel en onderhoud van ons ‘Rijksmonumentale Waterlandse landschap’.

Strootman liet zien dat daarvoor al een veelvoud aan plannen ligt op de bureaus van overheden, zoals het plan om de grutto te redden, het Veenweiden Innovatieprogramma Nederland en het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Al deze plannen en rapporten wijzen in dezelfde richting. Er moet in het landschap worden geïnvesteerd. De gunstige ligging ten opzichte van Amsterdam moet worden benut, waarbij ketens worden verkort. In het boek ‘Boer doet leven’ zijn twintig hoopvolle en inspirerende verhalen van boeren opgenomen, die zich hebben los geworsteld van het traditionele gangbare systeem. Volgens Strootman zouden we nu onze krachten moeten bundelen en komen met een gezamenlijk regionaal, integraal perspectief. Die twintig boeren laten zien dat natuur-inclusief boeren mogelijk is en dat daaraan veel plezier valt te beleven.

Het beeldmateriaal van Strootman’s presentatie is hier te vinden.