26 oktober 2020 – De lobby van de bouwsector om duizenden woningen in het groen te bouwen laat weer van zich horen. Zijn rapport rammelt aan alle kanten.

‘Bouwers laten oog vallen op weilanden. Nog plek voor 7.040 woningen’ kopte het Noord-Hollands Dagblad op 24 oktober. De krant baseert haar artikel op het rapport ‘Kleine groene woonlocaties’, dat het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) deze maand heeft uitgebracht. Het EIB is een onderzoeksbureau dat rapporten maakt voor de bouwsector.

Potentieel

Het EIB vindt dat er woningen in het landelijk gebied gebouwd moeten kunnen worden. Het wil dat die nieuwbouw plaatsvindt op agrarisch gebied, binnen een straal van maximaal 500 meter van bestaande bebouwing en in lage dichtheden van 15 woningen per hectare. Volgens het instituut zou dat voor de provincie Noord-Holland ‘het enorme potentieel van woningbouwlocaties’ voor meer dan 300.000 woningen opleveren.

Dat aantal zou echter leiden tot een gigantisch overaanbod aan woningen en daarom brengt het EIB dat getal in twee stappen terug tot een lager aantal. Door toepassing van het criterium dat de woningbouw in het groen per gemeente jaarlijks maximaal 1% van de bestaande voorraad mag bedragen, komt ze uit op 74.000 woningen. Maar dat vindt het instituut nog steeds veel te veel, en heeft ze ook nog bedacht dat de woningen op groene, buitenstedelijke locaties niet meer dan 25% van de totale woningbouwprogrammering mogen bedragen. Dan leidt tot 50.000 woningen in het groen, ‘evenwichtig’ noemt het EIB dat.

Het getal van ruim 7.000 woningen uit de krant bedraagt het geïnventariseerde potentieel voor de gemeenten Purmerend, Waterland, Landsmeer, Edam-Volendam en Wormerland.

Volgens het Noord-Hollands Dagblad, dat nadere informatie bij het EIB heeft gevraagd, gaat het o.a. om de volgende weilanden in de regio Waterland, die volgens het EIB bebouwd kunnen worden.  Landsmeer: 490 woningen in de weilanden ten zuiden van de Van Beeckstraat, Broek in Waterland: de weilanden ten zuiden van het dorp aan weerszijden van de provinciale weg. Monnickendam: ten westen van de provinciale weg en ten zuiden van het Dijksgat. Ilpendam: weilanden aan de noord- en oostzijde. Edam-Volendam: het middengebied tussen de twee kernen helemaal volbouwen, en op de weilanden bij de Edammerweg, tezamen goed voor 1.560 woningen. Purmerend: de noordoostzijde van Purmerend en een schil van nieuwbouw om Middenbeemster biedt ruimte voor 4.240 woningen. Wormerland: 710 woningen aan de rand van Neck.

Volgens het EIB kunnen er 490 woningen gebouwd worden in de weilanden ten zuiden van de Van Beeckstraat in Landsmeer.  Foto: Klaas BreunissenVolgens het EIB kunnen er 490 woningen gebouwd worden in de weilanden ten zuiden van de Van Beeckstraat in Landsmeer. Foto: Klaas Breunissen

Voldoende bouwlocaties

Het EIB doet alsof het met zijn rapport een bijdrage levert aan de oplossing van het woningvraagstuk. Maar dat is niet zo, zijn redeneringen snijden weinig hout. Het EIB-rapport is vooral een lobbyrapport van ontwikkelaars en bouwbedrijven, al dan niet met grondposities in het landelijk gebied, om peperdure woningen in het (beschermde) landelijk gebied te kunnen bouwen.  

Om te beginnen: er is helemaal geen tekort aan woningbouwlocaties in de provincie en in de regio Waterland om aan de woningbehoefte te voldoen. Dat blijkt gewoon uit de officiële stukken van de provincie Noord-Holland (NH) en de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Specifiek gaat het dan om de ‘Prognose Noord-Holland 2021-2050’ waarin de cijfers voor de woningbehoefte te vinden zijn, en voor de ‘Monitor Plancapaciteit’, waarin de vastgestelde en in voorbereiding zijnde plancapaciteit van bouwlocaties staan. Hieronder zetten we, gebaseerd op deze twee bronnen, de cijfers voor de Waterlandse gemeenten en Amsterdam op een rij.

Tabel met daarin woningbehoefte, harde plancapaciteit (vastgestelde plannen), in voorbereiding zijnde plannen, en het verschil (behoefte minus hard en in voorbereiding) tot 2030 in een aantal gemeenten

 Gemeente Behoefte Hard Voorbereiding Verschil
 Purmerend  4.100  1.841  2.093  - 166
 Edam-Volendam  800  300  800  + 978
 Waterland  500  876  141  + 517
 Landsmeer  200  18  93  - 89
 Oostzaan  150  43  75  - 32
 Wormerland  600 241 785 + 426
 Amsterdam  56.650 55.728 39.858 + 38.936

       

Uit de cijfers blijkt dat er meer dan voldoende plannen voor bouwlocaties zijn vastgesteld en in voorbereiding zijn om in de woningbehoefte tot 2030 te voorzien.

Knelpunten oplossen

In oktober vorig jaar verscheen een informatieve rapportage  van de Noord-Hollandse bouwambassadeur Lex Brans. De bouwambassadeur is in 2020 door de provincie benoemd om gemeenten, bouwbedrijven, beleggers, ontwikkelaars en corporaties te helpen bij problemen tijdens de woningbouwproductie op de plekken waar de nood het hoogst is.

Daaruit blijkt dat het geen gebrek aan locaties is die zorgt voor de stagnerende woningbouw, maar dat er wel knelpunten zijn die men tegenkomt bij de uitvoering van woningbouwprojecten. De provinciale bouwambassadeur adviseert daarom terecht de aandacht te concentreren op het oplossen van die knelpunten, met daarbij een belangrijke rol voor de provincie en de gemeenten. Dat kan door inzet van subsidie, het aantrekken van extra capaciteit (ambtenaren en deskundigen) en het beschikbaar stellen van kennis.

Het bedenken van nieuwe bouwlocaties in het groen vreet tijd en geld en leidt er vooral toe dat de bestaande knelpunten niet worden opgelost en de woningbouw stagneert. Brans adviseert te focussen op binnenstedelijke projecten, want ‘discussie over buitenstedelijk bouwen kost gemeenten en provincie veel energie’.

Tot slot, de bouwambassadeur bestrijdt dat woningbouwlocaties in het groen nodig zijn. ‘In principe is de binnenstedelijke plancapaciteit ruim voldoende om in de vraag naar woningen te voorzien’, schrijft hij. ‘Daarnaast is het een misvatting dat binnenstedelijke ontwikkelingen duurder zijn dan uitleggebieden. Het voordeel van binnenstedelijke locaties is dat de voorzieningen in de basis op orde zijn en de bereikbaarheid (redelijk) gewaarborgd.’

Aanval op landschap

Er valt nog veel meer te zeggen over het EIB-rapport zoals dat uitsluitend dure eensgezinswoningen gebouwd worden, maar we beperken ons nog tot twee zaken. Het rapport is een keiharde aanval op zowel het boerenland als op het beschermde landschap.

Ten eerste. Als je 74.000 woningen in het groen wil bouwen heb je volgens het EIB 4.922 hectare landbouwgrond nodig, Dat is ongeveer 3% van het totale landbouwareaal in de provincie. De SBW is van mening dat we landbouwgrond niet zomaar moeten verstedelijken, want we hebben die grond hard nodig om de veehouderij te verduurzamen en te extensiveren.

Ten tweede. Bij het zoeken naar bouwgrond heeft het EIB wél natuurgebieden uitgesloten, maar niet de Bijzondere Provinciale Landschappen (BPL). Het EIB gaat er volstrekt aan voorbij dat de provincie die BPL’n niet voor niets heeft aangewezen, namelijk omdat die landschappen waardevol zijn en vrijwaring van verstedelijking behoeven.