Kruiden voor koeien
Januari 2020 – Kruidenrijk grasland is een lusthof van planten. Het eten van zo’n gemengde salade is voor de koeien ook veel gezonder dan een groenmaal dat hoofdzakelijk bestaat uit Engels raaigras. Bovendien bevordert een diverse plantenwereld een diverse dierenwereld.
Melkveehouders zijn de belangrijkste beheerders van de weilanden in de regio Waterland. Als zij (delen van) hun weilanden veranderen in kruidenrijke graslanden, geven zij een grote boost aan de flora en de fauna.
Definitie kruidenrijkheid
Van kruidenrijk grasland zijn verschillende definities in omloop, maar waarover overeenstemming bestaat is dat kruidenrijk grasland niet uit één soort gras bestaat, maar uit meerdere plantensoorten. Het gaat om diversiteit van grassen en kruiden tegenover de monocultuur van één grassoort.
Kruidenrijk grasland heeft, zoals de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij schrijft, ‘een lager aandeel gras dan productiegras en een open en diverse structuur door de vele kruiden, met veel bloeistengels en weinig blad’. De Vogelbescherming noemt in haar omschrijving de volgende planten: ‘bijvoorbeeld boterbloem, pinksterbloem, madeliefje, gewoon reukgras, kamgras, koekoeksbloem, grote ratelaar, moeras vergeet-mij-nietje, rode klaver en smalle weegbree’.
Met de intensivering van de melkveehouderij zijn de kruiden steeds meer uit het weiland verdwenen. De focus op verhoging van de melkproductie per koe heeft ertoe geleid dat in de weilanden vooral hoog productieve en makkelijk verteerbare gewassen geteeld worden, zoals het eiwitrijke Engels raaigras. Exacte cijfers over het aandeel kruidenrijk grasland zijn helaas niet beschikbaar, noch landelijk noch voor Noord-Holland en de regio Waterland.
Kruidenrijkheid belangrijk
De opmars van de eenzijdig samengestelde ‘graswoestijnen’ is echter slecht voor de flora en voor de fauna. Minder soorten grassen en planten in de weilanden maakt de flora per definitie minder biodivers aan planten. Dat is jammer, want plantenrijkdom is waardevol. Iedere plantensoort verdient het om te groeien en te bloeien.
Diversiteit van de flora is daarnaast óók nuttig omdat zij bijdraagt aan de biodiversiteit van de fauna. Al die verschillende planten zijn een ideale habitat voor insecten. Bloembezoekende insecten gedijen door het hoge aanbod van nectar en stuifmeel, insectenlarven eten graag het plantmateriaal van diverse kruiden en grassen en insecten kunnen goed overwinteren in de stengels van ongemaaide graslandsoorten.
Kruidenrijk grasland is verder een heerlijke én veilige eetplek voor weidevogels, met name voor opgroeiende pullen. Er zitten niet alleen veel prooi-insecten, maar ze zijn door de opener structuur van het kruidenrijke grasland ook goed te vinden. De open en diverse structuur maakt het gemakkelijker voor de pullen om zich erin te bewegen en te verschuilen tegen predatoren. Die positieve effecten worden nog versterkt als in de kritische tijd van eieren en jonge kuikens niet gemaaid wordt.
Zo zien we dat een diverse plantenwereld goed is voor een diverse dierenwereld.
Goed voor de koeien
Kruidenrijkheid is niet alleen goed voor de biodiversiteit, maar ook goed voor de koeien. Koeien vinden het lekker en het is gezond voor ze. Het is gezond door de kruiden, mineralen en sporenelementen die erin zitten. Zo bevat smalle weegbree een stof die bacteriën op afstand houdt en paardenbloemen bevat een stof die de lever- en nierfunctie ondersteunt. Door dit alles te eten, krijgen koeien een betere weerstand en is er minder antibiotica nodig.
Daarnaast zorgt kruidenrijk grasland door zijn gevarieerde en diepere beworteling voor een betere bodemstructuur. Dat bevordert een rijker bodemleven (van bacteriën tot regenwormen), wat goed is voor het verteren van mest en gewasresten en het opnemen van voedingsstoffen. Het is ook goed om water vast te houden en periodes van droogte te doorstaan.
Haalbaar voor de boer
Uit bovenstaande komt duidelijk naar voren dat het wenselijk is de weilanden gevarieerder en kruidenrijker te maken dan ze nu zijn. Diverse onderzoeken laten zien dat circa 30% kruidenrijk grasland zelfs voor hoogproductieve boeren helemaal niet nadelig is. De melkproductie en inkomsten hoeven daar niet onder te lijden.
Dat zegt bijvoorbeeld onderzoeker Rob Geerts van Wageningen Universiteit: ‘Twintig tot dertig procent van het Engelse raaigras kan worden vervangen door kruidenrijk grasland zonder dat het melkproductie kost.’ Tot een vergelijkbare conclusie komt het Wagenings onderzoeksinstituut Alterra in een rapport over natuurinclusieve landbouw: ‘Voeder- en productieproeven laten zien dat vervanging van 25-30% van de intensieve Engels raaigraskuil door silage van beheersgras weinig effect had op de hoogte van de melkproductie.’
Alterra beschrijft in haar rapport nog een praktijkvoorbeeld. ‘Bij de familie Agema bleek op 30-40% van het bedrijfsoppervlak kruidenrijk grasland zeer succesvol voor de weidevogels en goed inpasbaar, ook voor hoogproductieve melkkoeien. De maatregelen hoeven dus niet op het volledige bedrijf te worden genomen. De hoogproductieve melkkoeien kunnen een groot aandeel van dit gras eten zonder dat de melkproductie eronder lijdt. Bovendien hoeven kruidenrijke graslanden niet altijd volvelds te worden gerealiseerd, maar overhoeken en perceelranden langs sloten lenen zich hier ook goed voor. Continuïteit van beheer en afstemming met naburige boeren om grotere oppervlakten kruidenrijk grasland te realiseren, zijn van groot belang om voor weidevogels voldoende aantrekkelijk areaal te creëren.’
Zaad al in de grond
Voor het realiseren van kruidenrijk grasland is het lang niet altijd nodig grasland te scheuren of kruidenmengsels te zaaien. Vaak zitten er genoeg zaadjes van verschillende plantensoorten in de grond, die daar wachten tot ze een kans krijgen.
Op de Factsheet Kruidenrijk Grasland van de Vogelbescherming staan een aantal tips om kruidenrijk grasland te realiseren. De belangrijkste daarvan zijn: vernatting, weinig of geen bemesting en verschraling. Dat alles vooral om andere plantensoorten te kunnen laten concurreren met het Engelse raaigras. Een hoog waterpeil vertraagt de opwarming van de bodem en de werking van de bemesting, waardoor de groei van Engels raaigras later op gang komt. Andere plantensoorten profiteren daarvan.
Rol van anderen
De overheid kan een stimulerende rol spelen. Zij kan kennis verspreiden, stimuleren met onderzoek en subsidies, en eisen stellen middels regelgeving (bv de regel invoeren dat minstens x% van de weilanden van melkveehouders kruidenrijk moet zijn).
De meeste burgers zullen kruidenrijke graslanden mooier vinden dan homogene groene grasvlakten. Zeker als zij de kruiden in bloei zien staan en genieten van het krioelende insectenleven in de planten. Het is belangrijk dat deze burgers echter niet alleen genieten van deze biodiversiteit, maar ook financieel hun steentje aan bijdragen. Als is het maar door een paar eurocenten meer te betalen voor een liter melk, als dit geld tenminste ten goede komt aan de melkveehouders die deze biodiversiteit mogelijk maken.
Zuivelproducent Friesland Campina is dit jaar met een project begonnen om te onderzoeken of kruidenrijk grasland van invloed is op de smaak van melk en kaas en hoe dat een basis kan bieden voor de verwaarding van melk.
Actiegroep Urgenda, boerenorganisatie LTO en zaadhandelaar Pure Graze zijn in september begonnen met geld in te zamelen voor de inzaai van ruim duizend hectare kruidenrijk grasland in 2021. ‘Met behulp van een crowdfundingactie kunnen boeren op een hele praktische, voordelige en laagdrempelige manier starten en experimenteren met kruidenrijk grasland’, aldus de drie initiatiefnemers.
Aan draagvlak en initiatieven voor meer kruiden voor koeien lijkt het niet te schorten. Het is vooral een kwestie van het in de praktijk tot stand brengen. De SBW vindt dat de weilanden in natuurgebieden volledig kruidenrijk moeten zijn en de weilanden in het boerenland voor minstens 30%.
Artikelenserie
De SBW wil dat de melkveehouderij in de regio Waterland natuurinclusief wordt. Daarvoor moet vooral het waterpeil worden verhoogd en de bedrijfsvoering extensiever worden: minder koeien, minder mest en minder maaien. In natuurgebieden moet daadwerkelijk prioriteit worden gegeven aan natuur. Wij lichten dat verder toe in een serie van drie artikelen. Het eerste artikel verscheen onder de titel ‘Melkveehouderij moet natuurinclusiever’ en het tweede artikel onder de titel ‘Lustoord voor weidevogels’.