9 januari 2020 – Hoe kan de Waterlandse melkveehouderij verduurzamen? De Stichting Behoud Waterland liet er een rapport over maken. 

De landbouw is beeldbepalend voor het landschap en van grote invloed op de natuur- en milieuwaarden. In de regio Waterland is de melkveehouderij de belangrijkste agrarische sector. Dat blijkt duidelijk uit de cijfers over het grondgebruik.

Ongeveer 95% van de cultuurgrond in de regio wordt gebruikt als grasland. Daarnaast worden gronden gebruikt voor de teelt van groenvoedergewassen zoals mais, en voor akkerbouw. In de Beemster liggen die cijfers wat anders. Daar is 18% van de landbouwgrond in gebruik voor akkerbouw, 73% als grasland en 3% voor tuinbouw.

Meer koeien, meer melk

In 2018 waren er 183 bedrijven met melk- en kalfkoeien in de regio. In totaal hadden die ruim 18.000 melk- en kalfkoeien, oftewel gemiddeld 99 koeien per bedrijf.

Het aantal melkkoeien in de Waterlandse gemeenten is fors toegenomen na de afschaffing van de melkquotering in 2015. In 2015 telde de regio nog maar 14.000 melkkoeien.

Ook de veebezetting, d.w.z. het aantal koeien per hectare grasland, is vanaf het begin van deze eeuw toegenomen, met een ‘sprong’ in 2016.  Werden er rond de eeuwwisseling gemiddeld minder dan 0,9 melkkoe per hectare grasland gehouden, dat gemiddelde is ondertussen toegenomen naar 1,3 melkkoe per hectare.

Omdat de melkproductie per koe ook is toegenomen, ligt de melkproductie per hectare grasland momenteel naar schatting 50 tot 60% hoger dan enkele decennia geleden.

Deze en andere cijfers zijn te vinden in het rapport dat de SBW liet maken door het onderzoek- en adviesbureau CLM, het Centrum voor Landbouw en Milieu, in Culemborg.

Foto Nick RuiterFoto Nick Ruiter

Relatief duurzamer

In het rapport wordt onder meer een antwoord gegeven op de vraag hoe de Waterlandse melkveebedrijven scoren ten aanzien van duurzaamheid.

De Waterlandse melkveebedrijven zijn in het algemeen relatief extensief in vergelijking met bijvoorbeeld bedrijven in Noord-Brabant. De melkveedichtheid in Waterland is lager (1,3) dan het landelijke gemiddelde (1,7). De trend in Waterland is echter dezelfde als landelijk: het aantal koeien per hectare grasland neemt toe.

Een vergelijkbaar verschil en overeenkomst zijn er wat betreft de weidegang. In de regio Waterland lopen er meer koeien langer in de wei dan landelijk. Maar zowel landelijk als in Waterland is de trend dat het aantal uren dat koeien gemiddeld in de wei lopen, daalt. In de jaren negentig van de vorige eeuw liepen melkkoeien 30% van de tijd in de wei (circa 2.600 uren per jaar), nu nog maar 14% (circa 1,250 uren per jaar). Landelijk lopen melkkoeien jaarlijks circa 1.000 uren in de wei.

Veel boeren doen aan een vorm van agrarisch natuurbeheer. Wat minder goed gaat in Waterland zijn de broeikasgasemissies, zowel vanwege de veenafbraak als vanwege het grasrantsoen van de koeien. Daarnaast worden de normen voor stikstof en fosfaat in de oppervlaktewateren overschreden.

Maatregelen

De door het CLM voorgestelde maatregelen om de melkveehouderij te verduurzamen, komen overeen met wat er nu al gebeurt op een aantal bedrijven. 

Het CLM pleit o.a. voor de overstap op biologische bedrijfsvoering, meer blijvend en kruidenrijk grasland, gebruik van vaste mest, onderzoek naar drukdrainage, verhoging van het aantal uren weidegang en verbreding van de melkveehouderij.