27 november 2013 - Het gebiedsgevoel moet worden gepromoot. Dat was een belangrijke constatering op een geanimeerde discussieavond over Laag Holland.
Een aantal organisaties organiseerde op woensdagavond 27 november in De Rijp een discussieavond over het nationale landschap Laag Holland. Het is nog steeds niet duidelijk hoe het overheidsbeleid voor dit gebied er uit gaat zien.
Dat komt omdat we niet weten wat we willen, te maken hebben met tegenovergestelde belangen en omdat er getwijfeld wordt of Laag Holland ondanks alle inspanningen leeft. Verder raken de geldpotjes voor het beheer van het landschap op. De rijksoverheid heeft inmiddels de bescherming van nationale landschappen afgeschaft. Hoe nu verder?
Open landschap
LTO Noord, de agrarische natuurvereniging Water, Land & Dijken, de Milieufederatie Noord-Holland en Landschap Noord-Holland hebben voorafgaand aan de discussieavond een enquête rondgestuurd naar o.a. agrariërs, terreinbeheerders, vrijwilligers en gemeenten. Daarin werd bijvoorbeeld gevraagd wat de wensen zijn voor natuur en landschap, in hoeverre men zich betrokken voelt en ook of men zich wel eens wil inzetten voor natuur en landschap. In deze enquête kon men ook ideeën kwijt over wat beter kan.
De resultaten van deze enquête werden op de discussieavond aan de circa vijftig aanwezigen gepresenteerd. Ook wij van de Stichting Behoud Waterland waren daarbij aanwezig. Een paar uitkomsten vielen ons op. Zo voelen veel mensen zich geen inwoner van Laag Holland. De meesten voelen zich alleen betrokken bij hun eigen polder of de buurt waarin zij wonen. Als wens scoorden het behoud van de weidevogels en de openheid van het landschap het hoogste. Aanbevolen werd onder andere de toegankelijkheid van Laag Holland te vergroten en open dagen op boerderijen te organiseren.
Gebiedsgevoel
Een panel van vier mensen reageerde op de uitkomsten van de enquête en de discussie. Klaas Breunissen zat namens de SBW in het panel. Hij zei: ‘Het is heel erg belangrijk om de betrokkenheid van de liefhebbers bij Laag Holland te vergroten. En dat doe je door steeds te vertellen, uit te leggen en te promoten wat de waarde van ons landschap is.’ Sjaak Hoogendoorn, voorzitter van de agrarische natuurvereniging Water, Land & Dijken, vond dat boeren nog meer moeten uitleggen wat ze doen. Open dagen helpen daarbij.
Maar de conclusie onder de aanwezigen bij de discussieavond was wel dat Laag Holland moet blijven. Het is toch leuker om te zeggen dat je een inwoner bent van Laag Holland dan van de metropoolregio Amsterdam. Die afwisseling van polders en droogmakerijen is erg bijzonder. Het gebiedsgevoel moet worden gepromoot!