1.jpg
2.jpg
3.jpg
previous arrow
next arrow

27 maart 2023 – Tot 2030 moeten er 6.700 nieuwe woningen gebouwd worden in de regio Waterland. Dat hebben het rijk, de provincie en de betrokken gemeenten met elkaar afgesproken.

Op 15 maart, de verkiezingsdag van Provinciale Staten, ondertekenden het Rijk, de provincies Noord-Holland en Flevoland en dertig gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam de Woondeal MRA.

In de Woondeal MRA hebben de ondertekenaars afspraken gemaakt over het aantal en het soort woningen die de komende jaren gebouwd moeten worden. Afgesproken is dat in de MRA in totaal 171.200 nieuwe woningen worden gerealiseerd in de periode 2022 t/m 2030. Daarmee bedraagt het MRA-aandeel bijna een vijfde van de nationale opgave van 900.000 woningen.

Bovendien is afgesproken dat iedere gemeente ervoor moet zorgen dat er voldoende betaalbare woningen gebouwd worden. Betaalbaar wordt omschreven als: sociale huur tot € 808, middenhuur tot € 1.000 per maand en koop tot € 355.000 (prijspeil 2022). Doel is om te groeien naar minimaal 30% sociale huur in de bestaande voorraad.

Het stedenbouwkundig plan voor de binnenstedelijke woningbouwlocatie Galgeriet in Monnickendam

Waterlandse opgave

De regio Waterland is onderdeel van de MRA. Elke gemeente neemt een ‘fair share’ van de regionale bouwopgave. Dat wordt de richtinggevende opgave genoemd. Voor de regio Waterland gaat het in totaal om 6.700. De opgaven voor de gemeenten zijn als volgt verdeeld:

  • Purmerend: 4.800 woningen
  • Edam-Volendam: 600 woningen
  • Waterland: 500 woningen
  • Wormerland: 500 woningen
  • Oostzaan: 150 woningen
  • Landsmeer: 150 woningen

Deze getallen lijken realistisch als gekeken wordt naar de huidige plancapaciteit. Met plancapaciteit wordt het aantal woningen in bouwplannen bedoeld, zoals opgegeven door iedere gemeente. In die gemeentelijke opgaves staan zowel vastgestelde als potentiële bouwplannen.

Grote locaties

In de Woondeal MRA zijn 46 grote bouwlocaties opgenomen, die in totaal voor 80% in de MRA-opgave voorzien. De realisatie van deze projecten is daarom cruciaal.

Drie van die locaties liggen in Waterland. Het gaat om: het Galgeriet in Monnickendam (700 woningen), het stadshart en Wheermolen-Oost in Purmerend (4.171 woningen) en de Oostflank van Purmerend (3.000-5.000 woningen).

Opvallend is dat het woningbouwproject De Lange Weeren in de weilanden bij Edam-Volendam niet in het rijtje van grote gebiedsontwikkelingen staat. Over de ontwikkeling daarvan wordt al jaren gesproken. De SBW heeft ernstige bedenkingen tegen dit project.

De Lange Weeren wordt in de Woondeal níet genoemd als nieuwe woningbouwlocatie.  Foto: Klaas Breunissen

Randvoorwaarden

De woningbouwproductie kan alleen worden gehaald als bepaalde knelpunten worden opgelost. Die knelpunten worden in de Woondeal ook wel ‘kritische succesfactoren’ genoemd.  Het is aan de regio en het rijk om die knelpunten op te lossen.

Als knelpunten worden genoemd: de capaciteit op het energienetwerk, de stikstofruimte, geluidsproblematiek, het voldoende sociaal en betaalbaar aanbod van woningen, mobiliteitsproblematiek en beschikbaarheid van personele capaciteit.

Het Rijk en de provincie bieden bij het oplossen van die knelpunten (financiële) ondersteuning aan de gemeenten. Afspraken daarover moeten verder worden uitgewerkt. Sommige projecten hebben al een dergelijke financiële bijdrage ontvangen, zoals het Galgeriet in Monnickendam.

Voor de realisatie van de Oostflank van Purmerend worden mobiliteit en stikstof als knelpunten genoemd en voor de Purmerendse binnenstad alleen de mobiliteit. Voor de realisatie van het Galgeriet is de betaalbaarheid van woningen een knelpunt.

 

Binnenstedelijk bouwen

Opvallend is dat in de Woondeal MRA natuur en het landschap niet als knelpunt zijn genoemd. Dat is vreemd omdat bijvoorbeeld een deel van het grote ontwikkelgebied Oostflank bij Purmerend in een natuurgebied ligt.

In de Woondeal wordt ook geen prioriteit gegeven aan binnenstedelijk bouwen, dat in principe het uitgangspunt van het provincie Noord-Holland is. De provincie wil namelijk dat de nieuwe woningen zoveel mogelijk in bestaande steden en dorpen en op goed bereikbare locaties komen. Die mogelijkheden zijn er ook (bijna) voldoende.

Ondanks voldoende binnenstedelijke mogelijkheden riep minister Hugo de Jonge de nieuwe leden van provinciale staten in Noord-Holland op een einde te maken aan de 'bijna religieuze twist' over binnen- of buitenstedelijk bouwen. ‘Gun die dorpsgemeenschappen een straatje erbij’, aldus de minister.

De SBW is het eens met de Waterlandse bijdrage, maar niet met de oproep van de Minister. Er is immers voldoende ruimte binnen de bebouwde kom om de afgesproken aantallen woningen te bouwen. De open groene ruimte wordt te schaars, niet alleen voor behoud van de kenmerkende openheid en het agrarische cultuurlandschap, maar ook voor de weidevogels, de natuur en extensivering van de landbouw, recreatie en rust. Dus we moeten niet zomaar weilanden opofferen. Zeker niet, als het helemaal niet noodzakelijk is. De SBW blijft daarom kritisch de ontwikkelingen volgen.

1.jpg
2.jpg
3.jpg
previous arrow
next arrow