Wet versterking regie Volkshuisvesting
Het wetsvoorstel is in 2024 ingediend door voormalig Minister de Jonge. Het doel daarvan is dat overheden meer regie op de volkshuisvesting krijgen en dat de woningbouw wordt versneld. Eén van de maatregelen is het (tijdelijk) uitzetten van de zogeheten Ladder voor duurzame verstedelijking voor woningbouw (‘Ladder’). Dat zou bijdragen aan de versnelling, want dan hoeven gemeenten en projectontwikkelaars niet langer aan te tonen dat er geen plek is voor woningbouw binnen de bebouwde kom van dorpen en steden. Minister de Jonge stelde voor de Ladder uit te zetten voor bouwprojecten tot vijftig woningen. Minister Keijzer wil nu de Ladder uitzetten voor alle woningbouwprojecten.
Ladder voor duurzame verstedelijking
De Ladder is een instructieregel voor woningprojecten in het groen, die gemeenten dwingt, voordat zij besluiten het landschap en de natuur op te offeren voor woningbouw, eerst goed te kijken (i) of er behoefte is aan voorziene woningen en (ii) òf er mogelijkheden zijn deze woningen binnen de bebouwde kom van een stad of dorp te bouwen. Het helpt gemeenten om keuzes goed te motiveren en transparant te maken. Het bevordert de zorgvuldige besluitvorming.
Geen vertraging
Het College van Rijksadviseurs ziet de Ladder als een waardevol instrument, dat als een soort leidraad veel houvast biedt, zeker voor kleine gemeenten en kleine plannen. De Ladder is een instrument dat de planvorming eerder versnelt dan vertraagt, aldus het college in haar brief aan Minister de Jonge.
Uit onderzoek blijkt dat de toepassing van de Ladder zelden de reden voor procedures is. De meeste bezwaarmakers zijn omwonenden van projecten.
Positief/geen meerwaarde
Gemeenten en provincies zijn tevreden over de toepassing van de Ladder. Zij ervaren daarmee weinig knelpunten. Het bevordert volgens hen een integrale afweging voor buitenstedelijk bouwen.
Bouwondernemingen, projectontwikkelaars en hun marktorganisaties zeggen dat de Ladder, na de vereenvoudiging daarvan in 2017, nauwelijks meer een relevante belemmering is voor woningbouw. Desondanks vinden zij dat het moet worden afgeschaft, omdat het geen meerwaarde heeft: het is een onnodige check, die tot extra kosten kan leiden.
Afbraak waardevolle cultuurlandschappen
SBW, historische- en erfgoedverenigingen, dorpsraden en andere organisaties vrezen voor extra woningbouw in onze meest bijzondere en kwetsbare gebieden. Deze gebieden zijn schaars geworden. Door het uitzetten van de Ladder wordt immers de kans groot dat locaties worden ontwikkeld op unieke plekken, die al (lang) in handen zijn of komen van projectontwikkelaars en investeerders. Op die locaties gaat het (meestal) niet om invulling van de vraag naar betaalbare woningen. Op die plaatsen geven projectontwikkelaars de voorkeur aan het bouwen van dure gezinswoningen, die veel ruimte vragen. Dit is onnodig en het draagt niet of nauwelijks bij aan het oplossen van de woningnood
Brief leden Tweede Kamer
Volgens SBW en de andere organisaties kan de Minister niet motiveren dat het uitzetten van de Ladder nodig is om de woningbouw te kunnen versnellen. Het uitzetten is ook niet nodig om te zorgen dat er meer woningen worden gebouwd. De organisaties hebben dat geschreven in hun brief en bijlage aan enkele Tweede Kamerleden. Zij hopen dat deze Kamerleden iets willen ondernemen om te zorgen dat de Ladder in ieder geval niet wordt uitgezet voor woningbouw in onze meest waardevolle cultuurhistorische landschappen.
Wij weten niet wanneer het wetsvoorstel precies wordt behandeld. Wij blijven dit dossier volgen en houden u geïnformeerd.